Een avontuur dat ik wel had willen missen

Sinds zondag was onze school weer geopend. Niets verplicht maar de kinderen die wilde en de ouders die wilde mochten hun kinderen weer sturen. Zondag kletsten we met kindjes over de nare ervaring. Ze beweerde allemaal niet bang te zijn.

Ik trok haar aan haar arm omhoog en ze leek wel bewusteloos geen medewerking niets.

We vroegen ze wat ze deden om zichzelf in veiligheid te brengen en iedereen had zijn/haar eigen verhaal. Ik vroeg de leraressen met de kindjes te oefenen wat te doen als er een aardbeving zou komen en ze zijn in school.

Er zijn maar weinig steunbalken en pilaren in onze school maar het aller engste is het grote hoge ziekenhuis voor ons huis. We moeten onder de loopbrug door om op straat en een open plek te komen. Hier had ik al wat nachtjes over liggen piekeren maar zoals dat gaat, zolang het moment niet daar is kun je er geen goede voorstellingen van maken.

Deze zondag oefende de kindjes een keer of zeven en net toen ze klaar waren was er een aardbeving met de epicenter in Bakthapur dichtbij Kathmandu. De kinderen deden precies wat ze hadden geleerd en kwamen veilig buiten. De schrik zat er nu toch goed in bij de ouders. Zondag waren er zeven kinderen. Maandag maar vijf.

Gisteren, dinsdag 12-05, waren er toch weer tien studentjes in de school. Ze kregen gewoon les en hadden een hoop lol. Ik controleerde de tank met op het dak met twee leraressen . De tank is verschoven waardoor de pijp niet meer in de tank zit. Dit betekent geen water! We probeerde met drie meiden de tank te verschuiven en hadden en hoop lol hierom. Natuurlijk kon dit niet. En ik stond op het randje van het dak en grapte, hopelijk komt er geen aardbeving want dan lig ik beneden. We gaven op en besloten een groep sterke mannen te zoeken die ons zouden komen helpen.

We gingen naar beneden en de les begon weer.
Ik ging de opslagruimte in om de kasten vast te binden aan het diefijzer. Onze kasten waren tijdens de eerste beving omgevallen en beschadigd en alle spullen waren verspreid in de kamer. Ik vond het tijd om het weer op te ruimen en netjes te maken. Ik bouwde mezelf in met dozen en ineens voelde ik me onrustig. Ik bedacht me dat er geen plek is om snel de kamer uit te komen en ik maakt een gangetje. Net toen ik me weer omdraaide hoorde ik gillen in het klaslokaal. Toen voelde ik het pas het schokte flink. Twee kleintjes kwamen met slaperige angstige ogen naar me toe gerend van achter de spelletjes kast. Ik tilde ze op en samen stonden we met z’n alle onder de grote deur te wachten tot het ophield. Precies zoals we hadden geoefend.Maar dat duurde een eeuwigheid.

Het hoge ziekenhuis zagen we scheuren van het ene eind tot het andere en het bewoog zo heftig dat ik aan het bedenken was waar we naar toe zouden vluchten als het zou vallen. Er is geen goede optie. De kinderen schreeuwde en een van de leraressen vertelde dat ze om God roepen. Het was heel onwerkelijk en tegelijkertijd was mijn reactie scherper dan ooit, dat dacht ik tenminste. Toen het verminderde riep ik dat ze moesten rennen zo hard als ze konden naar de straat, vergeet de slippers en ren!

We renden als gekke naar de straat en water klotste uit de water tank op ons. Stenen vielen naar beneden. Ik had twee kindjes op mn armen en eenmaal op straat was ik zo dankbaar dat we daar allemaal veilig aan waren gekomen. Maar op dat zelfde moment wist ik dat er iets niet klopte…Er sliepen drie kindjes achter de spelletjes kast. Waar is de derde?

Zonder na te denken rende ik naar binnen. Daar lag ze heerlijk te slapen. Ik trok haar aan haar arm omhoog en ze leek wel bewusteloos geen medewerking niets. Ik lanceerde onetisch in de lucht en rende met haar weg. Ik had het gevoel alsof ik nog nooit zo hard had gerend in mijn leven.

Eenmaal op straat werd ze wakker. Ze keek me aan met haar mooie slaperige oogjes en zei: ‘Mero chappal Kai?’ ( Waar zijn mijn slippers). Ik vroeg haar of ze wist wat er was gebeurd en ze keer me vragend aan. Ze had geen idee. We liepen met de kindjes naar een open veld. Allen op blote voetjes. Een andere lerares en helpers zijn vlug de slippers en tassen gaan halen en hebben de deur gesloten. Deze blijft voorlopig even dicht!

Op dit moment voelde ik me sterk en rustig. Toen ik eindelijk thuis kwam na uren en enkele flinke naschokken verder besefte ik me pas hoeveel geluk we hebben gehad! De paniek sloeg toe en ik snapte niet waarom. Het was toch al over? We zijn toch veilig?

Wij zijn veilig maar zoveel andere niet het had flink mis kunnen gaan dat besefte ik maar al te goed. Maar ik heb een engeltje op mijn schouder die mij en de mensen om mij heen beschermd ik hoop dat dat engeltje nog een tijdje blijft zitten!